De oorsprong en geschiedenis van wijn
Wijn is tegenwoordig een miljardenindustrie, waarbij steeds meer mensen wijn drinken bij de maaltijden, met vrienden en bij festiviteiten. Maar deze drank heeft een lange geschiedenis, waarvan het begin teruggaat tot het Neolithicum. Deze gegiste drank staat erom bekend sociale spanningen te verlichten, te helpen bij neerslachtigheid en bij te dragen aan economische voorspoed. Of de wijn nu uit Italië, Australië, Spanje of Californië komt, hij komt uit de hele wereld en is een voortdurende bron van genot en plezier. Door de geschiedenis van wijn te begrijpen krijgen we een beter beeld van de oorsprong en het belang ervan.
Wijn in de neolithische periode
In deze periode in de geschiedenis, rond 8500-4000 voor Christus, kon het toenmalige volk zich permanent vestigen dankzij het verbouwen van in de natuur voorkomende planten en het houden van dieren voor voedsel. Men leerde koken met nieuwe methoden zoals vergisting, het toevoegen van kruiden en het toepassen van vuur. Rond 6000 v. Chr. begon men aardewerk te maken om voedsel en drank te kunnen vervoeren. Omdat klei gemakkelijk te bewerken is, werden nieuwe vaten ontwikkeld met een smalle bovenzijde, die uitstekend geschikt waren om wijn in te bewaren. Opgravingen hebben onze kennis over het leven van de mensen in deze tijd vergroot, en er zijn vondsten gedaan van aardewerk en wijnvaten op plaatsen die als keukens van woningen werden beschouwd. Dit geeft veel inzicht in het belang van wijn en hoe deze een rol speelde in het dagelijks leven.
Wijn in het Oude Egypte
Druiven waren geen inheemse planten in Egypte. Maar uit hiërogliefen die langs de vruchtbare rivierdelta zijn gevonden, blijkt dat er mensen waren die wijn produceerden. Afbeeldingen en scènes van mensen die wijn maken zijn te vinden op de wanden van graven. De kruiken die in deze periode werden ontdekt, hadden aan de bovenkant stoppen van klei, wat erop wijst dat ze als wijnvaten kunnen hebben gediend. Op de stoppen stonden ook inscripties, die waarschijnlijk aangaven wie de wijn maakte of wie de eigenaar van de wijn was. Omdat de mensen in deze tijd geciviliseerder waren geworden, is het zeker mogelijk dat boeren druivenplanten introduceerden en verbouwden om meer wijn te produceren.
Wijn in Mesopotamië
Lang is gedacht dat bier de favoriete drank was voor de bewoners van Mesopotamië. Het droge, hete klimaat was niet bevorderlijk voor druivenplanten, zodat het voor de hand ligt te denken dat wijn minder voorkwam. De hogere klasse en het koningshuis dronken echter wel wijn. Aangenomen wordt dat deze wijn werd aangevoerd uit de bergen van Iran of via de Eufraat. Omdat vervoer over de rivier gemeengoed was geworden, brachten velen kruiken wijn mee uit de bergen en van de oevers om te gebruiken voor de handel. Op gevonden afdrukken staan mannen en vrouwen afgebeeld die samenkomen en drinken onder druivenstruiken. Dit zou erop wijzen dat er inderdaad wijn werd geconsumeerd in de regio.
Natuurlijke druiven en planten om wijn te maken
Tegenwoordig vinden we overal langs de kusten van de Middellandse Zee wilde druivenstokken. Uiteindelijk werden deze wijnstokken gecultiveerd en gedomesticeerd. Toen men eenmaal leerde de druif te cultiveren, nam de vaardigheid om wijn te maken toe. Door bemesting en kruising van druiven konden meer variëteiten worden gemaakt en werd de wijnproductie gestimuleerd. Door DNA-onderzoek kunnen wetenschappers nu meer te weten komen over de oorsprong van de druiven en misschien in welke regio's voor het eerst wijn werd geproduceerd. Sommige mensen beweren dat Noach een van de eerste geregistreerde mensen was die wijn maakte. Volgens de legende plantte hij na de grote overstroming druiven en maakte hij wijn op de berg Ararat, waar hij vervolgens dronken van werd. Hoewel het niet mogelijk is precies te weten wanneer wijn voor het eerst werd gemaakt, blijkt uit het onderzoek dat het al duizenden jaren een vast bestanddeel is van de dagelijkse menselijke consumptie.